De bandola ontwikkelde zich van de luit in de tijd dat Spanje door de Arabieren bezet was, en heeft vier, acht, 16 of 18 snaren.
Er zijn drie hoofdtypes:
Bandola Llanera heeft van oudsher 4 snaren en oorspronkelijk 7 fretten, maar er zijn ook bandola Llaneras met 10 en 14 fretten bekend. Deze worden respectievelijk bespeeld door Prof. Saúl Vera en Prof. Moisés Torrealba.
Bandola Andina Colombiana (12 tot 18 snaren). Deze zijn dubbelkorig en kennen vier verschillende types: 12
12-snarigen waar alles dubbelkorig is
14-snarigen waar de eerste twee snaren tripelkorig zijn, en de rest dubbelkorig
16-snarigen waar de eerste vier snaren tripelkorig zijn, en de laatste twee dubbelkorig
18-snarigen waar alles tripelkorig is
Bandola Oriental (8 snaren) is zoals de Bandola Llanera, maar met een diepere lichaam en vier dubbelkorige snaren.
Er is ook een bandola-type van Trinidad en Tobago. Die heeft 4 dubbelkorige snaren, waarvan de lagere uit een staalsnaar en een nylonsnaar bestaat, terwijl de twee hogere enkel uit nylonsnaren bestaat.